NEE, WAT WE WEL KUNNEN METEN IS DE DISFUNCTIE.
Acute klachten (lokale en regionale) worden geobjectiveerd aan de hand van bewegingsmogelijkheden (bijvoorbeeld hoe ver kan je je elleboog strekken, hoeveel kracht heb je nog vergeleken met je andere knie,...). Eenvoudig en snel te meten. Kort, wat je kan wordt gemeten.
Bij veralgemeende klachten zoals bij chronische pijn en/of moeheid moeten we op een andere manier te werk gaan. Op basis van de expertise die we in de loop van de jaren hebben opgebouwd en door wetenschappelijk onderzoek, hebben we een methodiek ontwikkeld om langdurige klachten in kaart te brengen. We meten nu eerder hoe je je bewegingen opstart dan wat je kan.
Aan de hand van 130 objectieve klinische tekens brengen we deelfuncties in kaart. Op die manier zien we hoe jij de bewegingen opstart, onbewust. We hebben deze diverse klinische tekens een ‘gewicht’ gegeven en een logica ontwikkeld zodat de manier van functioneren in cijfers kan worden omgezet. We hebben nu een objectieve basis van waaruit we kunnen starten. Dat geeft ons ook de mogelijkheid om de evolutie op te volgen.
Wanneer we bij complexe syndromen objectivering nodig achten, dan gebeurt dat altijd in overleg met jou en / of de behandelende arts. Het opmaken van het verslag neemt 30 minuten in beslag. Het omvat het cijfermateriaal, een verslag in medische taal en een verslag in patiëntentaal. Je krijgt het op mail en uitgeprint in tweevoud.
© 2021 – Jan b Eyskens